Oud-collega Idy maakte in augustus 2018 een studiereis IJsland. Samen met een vriend startte ze de reis, vervolgens sloot collega Marieke aan en tot slot alle collega’s. Benieuwd naar haar ervaringen?

24 augustus Capelle aan den IJssel – Selfoss, IJsland

Vandaag ben ik (Idy) naar IJsland vertrokken voor een intensieve kennismaking met IJsland. Deze reis ga ik niet alleen maken. Vandaag ben ik met een vriend (Bart) naar IJsland vertrokken. Met hem breng ik 7 dagen door. Samen gaan wij het zuiden, oosten, noordoosten en deel van het binnenland verkennen. Vervolgens ruil ik hem in Akureyri in voor mijn collega Marieke. ;). Met z’n tweetjes nog enkele dagen op stap om het noordwesten en westen van IJsland te ontdekken. Last but not least komen alle medewerkers van IJslandspecialist ingevlogen en hebben we nog 4 dagen met elkaar. Het beloofd een vol programma te worden en vandaag zijn we al hard van start gegaan.

Na een ontspannen vlucht met Icelandair landden we om 15:10 uur in Keflavík. De huurauto hebben we snel in bezit en we gaan de weg op. Via de zuidkust van Reykjanes stoppen we als eerste even bij de brug tussen de twee continenten. Aan de ene kant sta je op de Euraziatische plaat en aan de andere kant op de Noordamerikaanse plaat. We vervolgen onze weg en slaan even linksaf om de Blue Lagoon te zien. We zijn niet binnen geweest maar ook aan de buitenkant (links van de parkeerplaats) kun je het melkachtige blauwe water zien. De weg leidt ons verder naar Seltún, Krýsuvík. Hier hebben modderpoelen en heetwaterbronnen zich gevormd en is de ondergrond gekleurd in felgele en rode tinten.

Het is al ruim zes uur geweest en we besluiten in 1 rit door te gaan naar het guesthouse, Lambastadir. We droppen onze spullen en trekken nog even wat warmers aan voor onze laatste uurtjes ‘on the road’. We eten snel wat en slaan wat snacks en drinken in voor de komende dagen. De laatste uurtjes besteden we aan Geysir en Gullfoss. Deze pareltjes kon ik Bart niet onthouden en het blijft altijd bijzonder om te zien. Terwijl ik dit verhaal schrijf zijn we terug op weg naar Lambastadir. We houden ons zelf voor om nog kort de hotpot in te gaan met een likeurtje om de dag af te sluiten.

25 augustus Selfoss – Skaftafell

In alle rust en met een fantastisch uitzicht starten we de dag. Dit uitzicht wil je toch? Na een goed ontbijt en praatje met de eigenaar weer op weg naar allerlei mooie plekjes. We stoppen bij zowel de Urriđafoss, Seljalandsfoss, Gljúfrabúi en Skógafoss waterval. Alle 4 heel krachtig en toch weer zo anders qua vorm. De weg leidt ons vervolgens naar Dhyrólaey. Dyrhólaey betekent zoiets als eiland met een deurgat. Tegenwoordig is Dyrhólaey geen eiland meer, maar ten tijde van de kolonisatie was het wel een eiland. Vanaf de top zien we papegaaiduikers op de kliffen en in de oceaan zien we walvissen.

De tijd begint te dringen voor onze excursie in de middag. We kiezen ervoor om een ultrakorte stop te maken bij Reynisfjara (zwart strand en basaltkolommen) en dan gelijk door te rijden naar Skaftafell. Hier hebben we een gletsjerwandeling gepland staan. Normaliter vindt deze excursie plaats op de Svínafellsjökull. Door verschuivingen is er echter een breuk ontstaan in deze uitloper van de Vatnajökull gletsjer. De wandeling vindt hierdoor plaats op Falljökull. Ik vermoed dat de beelden wel genoeg vertellen. Het was super tof om mee te maken! Onze gids Esther legt veel uit over het onstaan van de gletsjer en hoe het landschap veranderd is in de loop der jaren. Tegen 8 uur zijn we terug bij het Nationaal Park Skaftafell. We nemen even een kijkje bij Hotel Skaftafell en eten hier ook ons eerste echte IJslandse diner, met lamsvlees als hoofdgerecht.

We stappen net onze huurauto weer in als ik een berichtje krijg van onze Noorderlicht SMS-dienst. Noorderlichtwaarde 4,3 over 36 minuten. Toevallig zijn we intussen een flinke regenbui in gereden, de 2e bui van vandaag (zie foto Skógafoss). Zal het nog opklaren dat we wellicht toch noorderlicht zien vanavond?

26 augustus Skaftafell – Egilsstaðir

Goedemorgen zonneschijn, of ja.. we starten de dag vrij bewolkt. Misschien ook wel de reden waarom we gisterenavond of afgelopen nacht geen noorderlicht hebben gezien. Wie weet komt dat nog wel een dezer dagen.

Het guesthouse is bijna vol en daardoor is het bij het ontbijt vrij druk. Het ontbijtbuffet is mijn inziens niet zo handig ingedeeld maar we vinden onze weg en het ontbijt smaakt weer goed! Spullen inladen en tijd om op pad te gaan. We hadden immers om 09:40 de amfibieboottocht op het Jökulsárlón ijsbergenmeer gereserveerd staan. We rijden dus een stukje terug voor het ijsbergenmeer en de Diamond Beach. Als we aankomen waait het best hard waardoor het erg koud aanvoelt. Dikke jas gaat aan en de mutsen gaan op. We checken in voor onze boottocht en kunnen vrijwel gelijk instappen. Het is een erg mooie tocht waarbij je vanuit het water de ijsschotsen ziet en veel uitleg krijgt van de gids. De ijsschotsen brokkelen van de Vatnajökull gletsjer af. Boven het water zie je maar zo’n 1/3e van de hele ijsschots. Het grootste deel bevindt zich onder het water. Er leven tevens zo’n 200 zeehonden in dit meer, waarvan we af en toe een koppie hebben kunnen bewonderen.

Na de tocht steken we de brug over voor Diamond Beach. Het blijft apart om te zien hoe verschillend de ijsblokken qua structuur zijn. Even wat foto’s schieten en dan snel weer de auto in om op te warmen en door te rijden naar het oosten.

Onze eerstvolgende stop is bij Djúpivogur. Na al ruim 2 jaar te horen dat je in deze omgeving lekker gebak kunt eten, werd het tijd om dit zelf te ondervinden. Langabúð werd me aangeraden door collega’s. We besluiten hier te stoppen voor de lunch, het is inmiddels namelijk al 13:30 uur. We nemen soep met brood en sluiten uiteraard af met gebak. Zowel de soep als het gebak smaakte erg goed. Djúpivogur is een oud vissersdorpje wat ook wel te zien is aan het haventje direct naast Langabúð.

Na deze lekkere lunch rijden we door naar Stöðvarfjörður voor Petra’s Stenen collectie. Bizar hoeveel stenen iemand kan verzamelen en weer zijn er zoveel kleuren, vormen en formaten. Wist je dat deze stenen allemaal uit IJsland komen? Achter sommige stenen schuilt een bijzonder verhaal wat in de tuin verder wordt toegelicht. Zeker de moeite waard om te bezoeken. De laatste stop voordat we doorrijden naar de accommodatie, is in Eskifjörður bij de Iceland Spar Mine. De rit hier naartoe is al fantastisch! We maken een wandeling naar boven om de oude mijn te bezoeken. Hier vind je nog kleine resten terug van calciet kristallen.

We maken nog wat korte fotostops onderweg en rijden dan gelijk door naar Egilsstaðir. We eten een hapje bij Café Nielsen (biefstuk) en doen daarna wat boodschapjes. We slapen de komende 2 nachten immers in een cottage bij Skipalaekur en willen ons zelf een beetje kunnen voorzien. Beiden zijn we erg moe en ik denk dat we dan ook al op tijd onze ogen sluiten. Morgen weer een nieuwe dag vol avonturen en indrukken.

27 augustus omgeving Egilsstaðir

Vandaag hebben we een vrije dag gepland staan. We staan wat langzamer op en maken voor onszelf een ontbijtje. Net na 9 uur gaan we op pad. We reizen via weg 931 richting het zuidwesten. Onze eerste stop is bij Hengifoss. Hengifoss betekent letterlijk zoiets als hangende waterval. De waterval is circa 128 meter hoog. De rotswand is zeer kleurrijk, je ziet metersdikke basalt met daartussen dunne lagen rode klei. De wandeling er naartoe is circa 2,5 kilometer en gaat aardig steil omhoog, wat het vrij pittig maakt.

Kort na Hengifoss vind je Skriðuklaustur, dit is het gebouw wat schrijver Gunnar Gunnarsson heeft laten bouwen en waar hij 9 jaar heeft gewoond. Daarna is het gebouw naar de staat gegaan en momenteel is het een centrum van cultuur en geschiedenis van Fljótsdalur. We bekijken het gebouw alleen even kort van buiten en lezen wat achtergrond informatie.

We willen verder rijden om vervolgens het meer over te steken en weer terug te gaan. We missen echter ergens een afslag en komen op vrij onbekend terrein. Wanneer we erachter komen zien we verderop alsnog een brug en steken dan over en rijden terug in noordoostelijke richting.

Na op veel stukken wat schapen op de weg te hebben (super leuk die fluffy wiebelende kontjes als ze ineens besluiten van de weg te rennen) rijden we via Hallormsstaður verder. In deze omgeving vind je het grootste bos van IJsland (ruim 1200 hectare). Er zijn meer dan 50 boomsoorten te vinden waaronder de hoogste boom van IJsland, een Russische Lariks van twintig meter hoog.

Onze lunchstop houden we bij Vallanes, hier vind je een biologische boerderij. De ambiance is fantastisch en het lunchbuffetje smaakt erg goed. We maken nog een korte wandeling over de boerderij en stappen daarna terug in de auto en rijden door naar Seydisfjörður. Dit is de plek waar de veerboot vanuit Denemarken aankomt. Ik begrijp in een keer precies waarom de weg er naar toe (of vandaan) niet te doen is met slechte weersomstandigheden. De weg kronkelt steil omhoog en vervolgens ook weer steil omlaag. Het stadje is klein maar erg aandoenlijk. De blauwe kerk met regenboogweggetje ervoor zorgt voor leuke foto’s! Buiten dat bekijk ik ook even waar de boot nu precies aankomt… ik had eerlijk gezegd wel wat groters verwacht en kan me nu nog niet echt voorstellen hoe dit hier wekelijks gaat als er zoveel mensen aankomen of weer terug richting huis of via een stop-over naar Tórshavn gaan.

Via dezelfde kronkelweg gaan we weer terug richting Egilsstaðir. We stoppen nog bij een parkeerplekje wanneer we een waterval zien. Even wat opzoekwerk leert me al snel dat dit de Gufafoss waterval is. Naast deze waterval kun je er nog veel meer terugvinden in deze Fjarðarheiði hoogvlakte. Het is einde van de middag als we terug aankomen in Egilsstaðir. We halen wat boodschapjes ‘in huis’ om zelf een eenvoudige pasta te bereiden en zorgen dat onze tank goed vol is voor morgen. We gaan immers een lange rijdag tegemoet waarin we nog wat bijzondere stops gepland hebben. Meer hierover lees je morgen…

28 augustus Egilsstaðir naar Mývatn via Askja

Wauw, wat een dag hebben wij gehad! Even na 07:00 uur zijn we al klaar om te gaan en droppen we de sleutel van het huisje bij de receptie.

Via weg 931, 910 en F910 rijden we in de richting van Askja. Het is bizar om te zien hoe snel we in hoogte zijn gestegen waarna we op de hooglandvlakte uitkomen. Na de Kárahnjúkar dam (waterkrachtcentrale) slaan we rechtsaf en maken we een korte omweg naar Laugarvallalaug voor een hotspring. Onderweg zijn we nog niemand tegengekomen maar ook hier bij de parkeerplek was niemand te bekennen. We rennen in onze zwemkleding + 1 extra kledinglaag naar het badje. Snel uitkleden en het warme water in. Wat een fantastische plek is dit met het watervalletje! De foto’s zeggen genoeg denk ik. Uit het badje gaan is echter wat lastiger. Er staat een aardige frisse wind. Blij dat we weer in de auto zijn waar we ons weer even omkleden en opmaken voor de rest van de rit.

Én jeetjemeneetje, wat een rit was dit! Erg blij met ons stevige 4×4 huurauto’tje tijdens de eerste rivierdoorsteken in ons leven. Zo spannend om dit voor het eerst mee te maken! Bij sommige riviertjes hield ik mijn hart vast, maar achteraf viel het iedere keer weer mee.

Buiten dat was het zo rustig dat we de eerste 2,5 uur van onze dag geen andere mensen hadden gezien en tijdens de gehele rit slechts zo’n 20 tegenliggers.

Het is een mooie route die ons door verschillende landschappen leidt, van uitgestrekte vlaktes naar hoge bergen op de achtergrond terwijl je zelf tussen de lavaresten rijdt. Het uitzicht verandert continue. Om bij Askja te komen rijd je vanaf de Dreki Hut via weg F894 naar boven. Je uitzicht verandert dan al snel naar een vulkanisch landschap met sneeuw. Wanneer we aankomen bij de parkeerplaats is het nog zo’n 30 minuten lopen tot aan explosiekrater Víti. Deze krater heeft een doorsnede van zo’n 150 meter. Als je wilt kun je hier baden in het warme, naar zwavel ruikende, water. Gezien ons eerdere badderavontuur vandaag, slaan we deze keer over. Na de wandeling terug stappen we opnieuw de auto in voor onze lange rit in de richting van Mývatn. Ondanks dat de wegen hier (via F88) wat minder hobbelig zijn, doen we er nog zo’n 4 uur over om bij de accommodatie te komen. Desondanks genieten we intens van deze unieke beleving en het rijden door deze prachtige natuur!

Even na 19:00 uur komen we aan bij Guesthouse Stöng. Na veel enthousiaste verhalen van onze klanten is het fijn om hier zelf een kijkje te nemen. We hebben net heerlijk gegeten in het restaurant beneden, kabeljauw en lam uit eigen ‘farm’. Morgen gaan we hier de omgeving verder verkennen en uiteraard houden we jullie hiervan weer op de hoogte. Lees je ook morgen weer mee?

29 augustus omgeving Mývatn

De dag start met een zonnetje en geblèr van de schapen hier beneden. Na het ontbijt gaan we snel de auto in, er staan voor vandaag veel verschillende bezienswaardigheden op het programma. De eerste stop is bij Dimmuborgir. Deze omgeving kenmerkt zich door zeer grillige en grote rotsformaties die bestaan uit vulkanisch gesteente. Dit is ontstaan door vulkanische uitbarstingen ongeveer 2000 jaar geleden. De naam is samengesteld uit twee IJslandse woorden: Dimmur = grimmig/donker en Borg = fort/burcht/stad.

De tweede stop is bij Hverfjall, letterlijk hete bronnen berg. Het is een kegelvulkaan waar je naar boven kunt lopen en vervolgens helemaal rond kunt gaan. De vulkaan is 312 meter hoog, wat zorgt voor een pittige wandeling naar boven. De krater heeft een diameter van ongeveer 1 kilometer en is 140 meter diep. In het midden van de krater ligt een kleine asheuvel. We rijden verder in de richting van het hete bronnengebied. We stoppen hierbij eerst voor Grjótogjá cave. Dit is een grot waarin je vroeger kon baden, tegenwoordig is dit niet meer aan te raden vanwege de hoge temperatuur (circa 50 graden +). We vervolgen onze weg en komen dan al snel uit bij Hverir. Dit is een van de grootste solfatarenvelden van IJsland. De kokende modderpoelen en stoompluimen blijven bizar om te zien.

Vervolgens moeten we een stuk meer door rijden voor onze volgende 2 bezienswaardigheden.

Via weg 864 rijden we richting het noorden. Allereerst stoppen we bij de Dettifoss waterval. Met zo’n 400 m³ water per seconde is dit de krachtigste waterval van Europa. De volgende stop is bij Ásbyrgi. Dit is een 4 kilometer lange U-vormige kloof met steile (tot 60 meter!) hoge rotswanden. De vorm doet denken aan een hoef van een paard. Daarvan wordt verteld dat het een hoefafdruk van Sleipnir, het achtbenige paard van Odin, is.

Inmiddels is het al half 3 geweest en hebben we nog niet de rust gevonden om wat te lunchen. Dit doen we dus maar bij het benzinestation nabij Ásbyrgi. We kijken nog even of we wat willen ondernemen maar we zijn allebei best wel op. We rijden via weg 862 terug naar Guesthouse Stöng. Onderweg hebben we allerlei seizoenen in 1 keer. Regen, wind en zelfs een korte sneeuwbui, waarna we 2 minuten later weer in de volle zon rijden.

Onderweg hebben we besloten om naar Mývatn Nature Baths (Jarðböðin við Mývatn) te gaan voor wat ontspanning. Aan het einde van ons bezoek en gedurende de terugweg genieten we van de zonsondergang. Nog helemaal zen update ik jullie van onze avonturen van vandaag. Zo meteen nog even wat spullen inpakken om morgen op tijd weg te kunnen. We hebben immers al vroeg een excursie gepland staan. Later hierover meer.

Morgen is tevens de laatste dag voor mij samen met Bart. Bart vliegt in de avond van Akureyri naar Reykjavík en heeft vervolgens nog 1 volle dag Reykjavík. Gelukkig vliegt collega Marieke rond dezelfde tijd in en zullen we jullie blijven updaten over onze avonturen!

30 augustus Mývatn – Akureyri via Húsavík

We staan om 06:30 uur op en mogen gelukkig al vroeg aanschuiven voor het ontbijt. We hebben immers om 09:00 een walvissafari vanaf Húsavík gepland staan. Die planning liep alleen anders als verwacht. We komen keurig op tijd aan om 08:30 uur, blijkt de elektrische boot stuk te zijn. Gelukkig worden we snel geholpen en kunnen we om 11:30 uur terecht. In de tussentijd dan maar snel nog op en neer rijden om wat dingen te zien, die we anders na de tour hadden gedaan. We rijden naar de Goðafoss waterval. Deze waterval ligt aan het begin (of eind, ligt eraan hoe je het bekijkt) van de Sprengisandur (F26) route die dwars door het binnenland loopt. We rijden ook nog kort even het dal in en dan weer snel terug naar Húsavík. We halen wat te lunchen bij de supermarkt en eten alvast wat. Vanuit de haven hebben we een prachtig uitzicht.

We stappen de boot op en starten met de walvissafari. Al snel hebben we geluk en zien we walvissen ademen. Het water spuit dan naar boven toe, dit doet een beetje denken aan de geiser. Hierdoor is het ook van een afstandje snel te herkennen. Deze walvis zien we nog een aantal keer bovenkomen om te ademen en dan een diepe duik te maken. Wanneer ze een diepe duik gaan maken zie je de staart heel schuin omlaag gaan. Dezelfde walvis zien we na circa 20 minuten opnieuw enkele keren. Bizar om te merken hoe er veel rumoer op de boot is totdat er een walvis wordt gespot. Onze gids vertelt ons aan de hand van de ‘klok’ waar de walvis is gespot. Iedereen probeert vervolgens aan de juiste kant te komen en dan is het heel stil en wachten we om opnieuw een glimp op te mogen vangen. Tegen het einde van de tour hebben we minder geluk. We varen terug richting de haven en worden getrakteerd op warme chocolademelk en een kaneelbroodje. Video over de walvissen volgt spoedig in een apart bericht.

Na de tour rijden we richting Akureyri. We rijden nog kort Fnjóskadalur in en dan gelijk door naar het centrum. Hier maken we nog een korte wandeling samen en we beginnen langzaam terug te blikken op de lange dagen, al het moois dat we gezien hebben en de fantastische ervaringen. Bart is inmiddels in Reykjavík geland, hier heeft hij nog 1 vrije dag waarbij hij rond 17:00 uur weer een boot op gaat, ditmaal voor een excursie zeevissen. Momenteel wacht ik onder het genot van een burger op Marieke.

31 augustus Akureyri – Blönduós

Na aankomst van Marieke gisterenavond hebben we nog wat uren bijgekletst en zijn vervolgens gaan slapen. We staan weer vroeg op en halen een ontbijtje bij het benzinestation. We stonden precies om 07:30 voor de deur, toen het winkeldeel net open ging. Snel even een ontbijtje erin en dan doorrijden naar Dalvík. Hier hebben we een walvissafari, ditmaal met een ribboot. Beiden vonden we dit supergaaf, actie en snelheid houden we wel van! We vinden al snel verschillende walvissen, zien dansende dolfijnen die boven het water uitkomen en de koppies van zeehonden. Ik hoop dat de beelden genoeg zeggen. Wij hebben er immers (ondanks onze grote mond af en toe) geen woorden voor! De Ribsafari kost dan wel meer maar dit is het zeker waard. We hebben zoveel kunnen zien. Wanneer er een spuit van de walvis werd gespot wordt er met snelheid naartoe gevaren. Hierdoor hebben we walvissen regelmatig op circa 10 meter van de boot gezien en is er zelfs een onder de boot door gezwommen. We waren beiden in de zevende hemel, een beetje stil en ontroerd door deze ervaring.

Onze lunchstop houden we om de hoek van de haven bij Gisli Eirikur Helgi Kaffihûs. Marieke neemt de bekende vissoep en ik kies voor een geroosterd broodje tonijn. Smaakt allemaal weer erg goed! De sfeer in dit cafétje is echt top en je kijkt je ogen uit betreffende de inrichting, super leuk!

Via diverse tunnels en uitzichtpunt bij Héðinsfjörður rijden we door naar Siglufjörður. Hier nemen we een kijkje bij Hotel Sigló en het Haringmuseum. Van 1900 tot 1970 was Siglufjörður de haring-hoofdstad van het Noord-Atlantisch gebied. Er werkten destijds gedurende hoogtijdagen 10.000 man in de haringverwerkingsindustrie. Na Siglufjörđur rijden we door naar Glaumbær. Hier staat een kerkje en een turfboerderij uit de 18de eeuw. Deze boerderij was tot 1947 in gebruik maar dient nu als museum. Er zijn verschillende ingerichte kamers te zien.

De laatste bezienswaardigheid die we bezoeken is Hvítserkur. De naam betekent “wit hemd”, vanwege de vele vogeluitwerpselen op de rots. Volgens de verhalen zou Hvítserkur een trol zijn, die het Þingeyrar-klooster met stenen bekogelde en niet merkte dat de zon opkwam, waarna hij versteende. Naast de rots zien we vanaf boven nog veel zeehonden. Zowel in het water als op een zandvlakte waar ze lekker ontspannen liggen.

We rijden terug richting Blönduós voor het diner en gaan nu naar onze overnachtingslocatie Hof í Vatnsdal. Een favorietje van enkele vaste klanten. We zijn benieuwd!

1 september Blönduós – Stykkishólmur via West-Snaefellsnes

We staan op tijd op om bij start van het ontbijt gelijk aan te kunnen schuiven. We genieten van het ontbijt terwijl we ondertussen een gesprek hebben met Eline, eigenaresse van dit guesthouse en tevens Nederlandse.

We rijden via Búðardalur naar de noordkant van Snaefellsnes via weg 54. Waar we vannacht over hebben gedroomd (potje goud, zie vorige post), zien we vandaag weer! Buiten dit fantastische fenomeen is dit echt een mooie route om te rijden. We vinden onszelf weer even bofkontjes.

Gezien we een tijdsplanning hadden zijn we buiten wat kleine fotostops niet gestopt. Die tijdsplanning bleek achteraf niet nodig. Vanwege de harde wind en regen gaat de walvisexcursie vanaf Ólafsvík niet door. We zijn inmiddels echter wel al in dit plaatsje. We balen even van de slechte communicatie en gaan dan maar eerst lunchen en een nieuw plan voor de dag maken.

We rijden allereerst naar Hellisandur. We stoppen even voor de fantastische muurschilderingen. Vanaf hier rijd je eenvoudig Snaefellsjokull National Park in. Deze vulkaan is zo’n 700.000 jaar oud en kwam zo’n 20 keer tot uitbarsting (laatste in 1219). We rijden de gletsjer omhoog en vervolgens weer naar beneden er omheen. Waar mogelijk genieten we van het uitzicht. De regen (soms sneeuw) in combinatie met harde wind en mist beperkt zo nu en dan de mogelijkheden. Vanwege de verandering in aardwarmte en het jaargetijde ligt er niet meer veel ijs of sneeuw op deze vulkaan. Wist je dat je in deze omgeving mooi wandelingen kunt maken? De routes staan duidelijk aangegeven.

Via de zuidkant kun je het park weer uit en we slaan rechtsaf naar Arnarstapi. Vlakbij Arnarstapi staat het standbeeld van Bárður Snæfellsás. Volgens een IJslandse saga zou deze trol in de Snæfellsjökull gletsjer wonen en de gletsjer beschermen. We rijden kort nog even naar Hellnar voor een fotostop. Tussen de 2 dorpjes kun je langs de kust en de kliffen een wandeling maken, 2,5 km enkele route. Het weer laat echter niet veel toe vandaag.

We vinden het wel mooi geweest voor vandaag. Vooral ik ben erg moe van al deze lange dagen en indrukken. Onze laatste stop plannen we nog bij het kerkje van Búđir, we komen er immers langs. De traditionele kerk is erg mooi gelegen in het lavaveld. We stoppen voor wat foto’s en worden ondertussen weer natgeregend. We rijden nu gelijk door naar de accommodatie en hebben al een leuk restaurantje op het oog voor vanavond, dit staat altijd als aanrader in onze informatie en tevens heeft Eline ons ook dit restaurant aangeraden. We zijn benieuwd!

2 september Stykkishólmur – Selfoss via Keflavík

Gisterenavond hebben we erg genoten van ons laatste diner met z’n tweetjes. Vanmiddag mogen we de rest van de collega’s verwelkomen op IJsland.

Marieke en ik gaan eerst nog wat stukjes van IJsland verkennen. Kirkjufell en de Kirkjufellsfoss hadden we zaterdag overgeslagen vanwege de geplande walvissafari. Deze prominente berg in Grundarfjörður hebben we dus als eerste bezocht. We maken een wandeling naar de bovenkant van de waterval. We worden zelf inmiddels ook door water overvallen (lees: regen), dus we maken er een kortere stop van. Vervolgens rijden we verder richting de luchthaven. Onderweg stoppen we bij Borgarnes om onze benen te strekken en even wat te drinken, dit doen we bij het Settlement Center in Borgarnes. Wist je dat ze hier naast het restaurant ook een museum hebben met 2 verschillende tentoonstellingen. De tentoonstelling waarbij de ontdekking van IJsland wordt weergegeven, is nog steeds mijn favoriet!

Na onze break rijden we door naar Keflavík. We hebben nog wat tijd, dus we lunchen snel een hotdog en rijden door het centrum van Keflavík. We zien wat bekenden guesthouses, camperverhuurders en bezienswaardigheden. Tot slot rijden we naar Gunnuhver, hier vind je een imposant gekleurd geothermisch veld. Vervolgens rijden we naar de autoverhuurder om onze collega’s op te wachten. Het duurt iets langer als gepland voordat ze zijn geland en het is onverwachts toch wel vrij druk bij onze autoverhuurder. We trekken dus alvast een nummertje en halen vervolgens de 2 nieuwe huurauto’s op. Er worden nog wat boodschappen gehaald en vervolgens rijden we in een keer door naar de accommodatie, Fosshotel Hekla. We worden verwelkomt door de paarden, laden onze spullen uit en checken in. We schuiven aan voor het diner en genieten erg van dit diner met z’n allen. Na het diner kruipen de meeste van ons nog in de hotpot. Even nadat we erin zitten gebeurde het… NOORDERLICHT! Wauw, hoe fantastisch is het om dit gelijk de eerste avond met de hele bups te zien en dit met elkaar te mogen delen! Het noorderlicht is maar heel kort te zien, maar we hebben het allemaal mogen aanschouwen. We hebben geen foto’s geschoten, wellicht hebben we binnenkort nog een keer geluk en zullen we het waar mogelijk met jullie delen. Een voor een vindt iedereen het wel genoeg geweest en gaat van de hotpot naar de kamer om te slapen. Op naar een goede nachtrust.

3 september Selfoss – Landmannahellir

De dag begint met een goed ontbijt bij Fosshotel Hekla. We werken nog een tijdje op onze laptops en wachten op de autoverhuurder die de Landcruiser komt ruilen voor een Super Defender. Rond 10 uur zijn we klaar om te vertrekken. Het beloofd een lange rijdag te worden met verschillende korte stops.

We rijden vanaf Hella richting het binnenland en komen voorbij þórsmörk en de noordkant van de Mýrdalsjökull. Deze gletsjer bedekt de actieve vulkaan Katla. De routes door het binnenland zijn erg hobbelig en rijden niet heel makkelijk, maar de uitzichten belonen de moeite! Het is echter niet zo makkelijk om deze vergezichten op foto’s vast te leggen en te delen. Je moet het echt zelf ervaren!

Onderweg volgen verschillende rivierdoorsteken, hebben we korte stops voor watervallen en zien ook wat stukken van de Laugavegur trekking. Het is erg fijn om eens te bekijken hoe de hutten en voorzieningen eruit zien. De laatste stop is dan ook bij Landmannalaugar, het startpunt van de bekende treking. Vanaf hier was het nog maar een korte rit naar de hut Landmannahellir. Hier komen we rond 19:30 uur aan.

We bezetten met z’n zevenen een relatief grote hut. Er is geen elektriciteit of telefoonbereik. We worden voorzien van theelichtjes en gaskachels. De ruimte vult zich met sfeerlicht van de kaarsjes en lekkere geuren van het eten. Robbert en Manuel weten een fantastisch diner tevoorschijn te toveren. Wat er op het menu stond, was zeker niet mis! We starten met wat knabbels, toastjes, kaasjes en de eerste borrels. Vervolgens kreeftenstaarten als voorgerecht en lamsvlees, aardappeltjes en groenten als hoofdgerecht. Als toetje is er chocolade… en nog wat drank.

Zo langzamerhand gaat voor iedereen het lichtje uit en kruipt eenieder het bed in. Met gesnurk van anderen op de achtergrond en een knipperlichtje van een van de mannen die nog niet naar bed wilde (wie zou dat toch zijn geweest?), was ik blij met mijn slaapmasker en oordoppen. Langzaam dommel ik in slaap…

4 september Landmannahellir – Selfoss

Deze ochtend word ik wakker in mijn slaapzak van de geur van versgebakken spek en eieren. Wat worden we toch goed verzorgd. De kachel is net aangezet en de ruimte vult zich met warmte en langzaam kom ik mijn bed uit. Heel diep heb ik niet kunnen slapen (snurkers) maar ik heb weer erg veel zin in vandaag. Ik rol vanuit bed zo aan tafel en wordt al voorzien van allerlei lekkers. Na het ontbijt maakt iedereen zich verder klaar en wordt de hut schoongemaakt. Rond 09:00 uur gaan we weer de weg op. Ofja weg… de hobbelpaden ?

We rijden allereerst richting de Dynkur waterval. De bordjes leiden ons alleen naar de bovenkant van de waterval. Gezien het regent maken we een korte stop en uiteindelijk gaan we weer lichtelijk teleurgesteld de auto in. Terug via de hobbelwegen maken we nog een afslag naar rechts. De hemel klaart op en we staan onderaan de waterval. Prachtig! Deze waterval kenmerkt zich door de kleine watervalletjes langs elkaar. We lassen hier gelijk onze picknicklunch in en gaan vervolgens verder.

Via de volgende weg met kuilen rijden we naar de Gjáin waterval. Het regent weer een beetje en er is een fotoshoot van een bruidspaar gaande. Even snel kijken en dan weer de auto in. Op kleine afstand bevinden zich Háifoss en Hjálparfoss. De Háifoss is vanwege mist en regen amper te zien. Alleen een witte streep water zie je in de grijze lucht vallen. Barbara laat me wat foto’s zien van hoe het met helder weer is, ik wil zeker een keer terug!

De Hjálparfoss kenmerkt zich door de twee vallende stromen naast elkaar. Het water valt zo’n 20 meter naar beneden. Vroeger toen de reizigers over de Sprengisandurroute dwars door het binnenland naar de andere kant van IJsland reisden, was de Hjálparfoss erg belangrijk. Dit was immers vanuit het noorden gezien de eerste waterval die ze tegen kwamen. Dit was dan het eerste moment voor vers water en voer voor de paarden.

Vanuit al deze binnenlandwegen rijden we terug via de geasfalteerde wegen naar Selfoss. We verblijven in Hotel Selfoss en kunnen ’s avonds zo aanschuiven bij het lopend buffet. Na een laatste drankje/borrel kruipt eenieder weer snel het bed in. Morgen op tijd op voor een super toffe excursie!

5 september Selfoss – Reykjavík

Na het ontbijt en nog kort wat werk te verzetten per mail gaan we op weg voor onze excursie. En dat is zeker niet één van de minste excursies, namelijk Inside The Volcano. We hebben verschrikkelijk veel geluk met het weer, de zon straalt de hele dag. Wanneer we aankomen bij het Bláfjöll gebergte en we onze instructies hebben gehad, vertrekken we voor onze wandeling over het lavaveld naar de vulkaan. De wandeling duurt zo’n 45 minuten (enkele reis). Wanneer we aankomen worden we verwelkomt met koffie en thee en krijgen we nog een instructie. Na het aantrekken van harnas en helm zijn wij met z’n zevenen de eerste groep die afdaalt in de vulkaan. Je daalt met een lift 120 meter diep de vulkaan in. We hebben ongeveer een half uurtje in de vulkaan en we kunnen zelf een wandelpad volgen om zo rond te lopen en foto’s van diverse hoeken te nemen. Wist je dat het water dat in de vulkaan naar beneden druppelt zo’n 2 á 3 maanden oud is?

Wanneer we weer boven zijn worden we verwarmd met een verse soep (IJslandse Meatsoup of groentesoep) en wandelen we terug naar het beginpunt. Vanaf hier rijden we naar onze accommodatie in Reykjavík, het centraal gelegen Fosshotel Baron. Hier gaat iedereen even zijn eigen weg. Sommigen relaxen in het hotel, anderen gaan de stad in om wat te winkelen of voor een drankje. Zelf wilde ik al heel lang in de Hallgrimskírkja omhoog om de stad van boven te zien. Dit was tijdens eerdere reizen nog niet gelukt. Deze kerk is met 74 meter de hoogste van het land. Met een lift kun je naar boven en vanaf hier had ik met dit heldere weer een fantastisch uitzicht! Kun je al enkele gebouwen herkennen van bovenaf?

Ik loop verder nog wat door de stad en langs de haven. Harpa concert- en muziekgebouw blijf ik fantastisch vinden maar vind ik ’s avonds nog zoveel mooier!

Via het water loop ik terug naar het hotel om me op te frissen. Om 18:00 uur hebben we afgesproken bij Restaurant Nostra op de Laugavegur. Hier genieten we ontzettend van ons laatste diner samen. Morgenvroeg is immers onze terugreis. Het interieur van Nostra heeft enkele wanden met getint glas die samen met het zonlicht zorgen voor een steeds veranderende kleur in het restaurant. Buiten het interieur was het eten overigens ook fantastisch. Echt een goede afsluiter van onze IJslandreis boordevol bijzondere ervaringen.

Deze studiereizen zorgen ervoor dat wij onszelf als specialist kunnen bestempelen en jou van het beste advies kunnen voorzien.